The Tour of Flanders Walk 2017: Flandrien voor het leven !

Geplaatst op 12/04/2017

De Proloog

Een mens is misschien altijd wel ergens op zoek naar nieuwe uitdagingen, nieuwe avonturen, nieuwe exploten die je tot dan toe nog niet gerealiseerd hebt. Wij (Steve Vande Ginste en ikzelf, 2 ervaren Florastappers) waren eind november 2016 dan ook onmiddellijk begeesterd door de idee dat we het volledige parcours van de Ronde van Vlaanderen op 3 dagen zouden afstappen met een beperkte groep van ultrawandelaars. Stel je voor: echt ‘Flandrien’ worden op de bonkige kasseistroken en de mythische hellingen van Vlaanderens Mooiste … Dat konden we toch niet aan onze neus laten voorbijgaan?
De hele organisatie werd op poten gezet door Theo Bické, de enthousiaste bezieler van de BWA of Belgian Walking Association. Die wil het lange afstandswandelen en zelfs het ultrawandelen promoten binnen de wandelwereld. Theo heeft in het verleden talrijke verbluffende snelwandelprestaties neergezet in binnen- en buitenland (zowel in competitieve als in niet-competitieve organisaties). Hij weet dus als geen ander wat een dergelijke onderneming inhoudt voor deelnemers en organisatie.
Uiteindelijk gingen 19 walkers de uitdaging aan: 16 mannen (10 Vlamingen, 4 Walen en 2 Nederlanders) en 3 straffe Vlaamse madammen stonden op woensdag 29 maart in alle vroegte op het Kaaiplein in Burcht te popelen voor een van de meest tot de verbeelding sprekende wandelorganisaties. 19 eendrachtige zielen en 19 uitstekend voorbereide en ervaren wandelaars, maar ook 19 ietwat onzekere deelnemers, nerveus en nieuwsgierig naar wat ons te wachten stond. Zouden we het kunnen volhouden, drie lange dagetappes aan een gemiddelde snelheid van boven of rond de 7 km per uur met slechts enkele korte rustpauzes van 10 minuten per dag? Zat de conditie wel echt goed? Zouden we niet te veel blaren lopen? Hoe was het weer en hoe stevig zou de wind blazen? Hoe zwaar zouden de hellingen en de kasseistroken beginnen doorwegen met het verstrijken van de kilometers? Zouden we wel goed recupereren na een relatief korte nacht? Allemaal vragen die door eenieders hoofd spookten en die we met een zenuwachtig lachje of een kwinkslag probeerden te minimaliseren, maar de spanning die in de lucht hing, was haast tastbaar voor de deelnemers.
 

Etappe 1: woensdag 29 maart 2017 van Burcht naar Zottegem (84 km)

De organisatie gaf als cadeautje aan elke walker een splinternieuw fluovestje van de BWA, de Belgian Walking Association, zodat we iets voor 7 uur op pad trokken onder leiding van Rudy Schoors, tienvoudig Centurion en onze baankapitein die als voorloper het tempo aangaf. Een mooie groep van 19 fluogele wandelaars viel uitstekend op langs de drukke wegen van de eerste dag en dat was om publicitaire en veiligheidsredenen toch de bedoeling. Omdat het parcours van die eerste dag grotendeels door mijn geboortestreek trok, had ik mezelf opgegeven als vrijwilliger om als laatste man de groep bij elkaar te houden. Dit was zeker een aangename, maar toch vrij lastige taak: telkens wanneer iemand een sanitaire of andere stop nodig had, wachtte ik die persoon op en na een tussenspurtje aan 8 km/u sloten we dan weer bij de groep aan; tot de volgende walker even aan de kant moest en er weer een tussenspurtje volgde! En dan weer een en dan weer een en … Enfin, ik heb die dag een pittige intervaltraining van 84 km gedaan!
Er was heel wat media-aandacht: zo kwamen er cameraploegen van VTM en van TV-Oost ons volgen en ook op Radio 2 en op Q-Music werd er gesproken over onze wandelonderneming. Via een live telefoongesprek met Q-Music werd er heel wat belangstelling losgeweekt, waardoor vele autobestuurders claxonneerden om ons aan te moedigen. Ook collega-wandelaars kwamen ons per fiets een hart onder de riem steken en zorgden soms voor een kleine extra bevoorrading. Heel tof!
Voor we het goed en wel beseften, kwam Hamme-Zogge in zicht, een van de zeven Dorpen van de Ronde en de rustpost op de eerste dag die mij het meest aansprak: het is immers het kleine en landelijke geboortedorp van mijn moeder, een van mijn zussen woont daar nog steeds én (dit ga je misschien moeilijk geloven) bij speciale feesten of gelegenheden worden de kerkklokken daar nog altijd met de hand geluid door onder andere twee van mijn neven! Het is natuurlijk ook het dorp waar Greg Van Avermaet zijn jeugdjaren doorbracht en dat was duidelijk te zien aan de honderden, zelfs duizenden vlagjes die daar overal in de streek aan de huizen wapperden. Hier begonnen we voor het eerst de sfeer van de Ronde te proeven en hier had ik ook mijn eerste echte Rondebelevingsmoment! Want wie liep daar in Zogge over de straat met een schoolrij kinderen achter zich aan? Wie is er turnleerkracht op de lagere school in Zogge? Welnu, beste lezer, dat is een charmante blonde dame die Ellen heet, de echtgenote van Greg Van Avermaet himself! Mijn zus stelde mij voor aan haar en toen ik haar kort vertelde met welke onderneming wij als walkers op stap waren, viel haar mond toch ook een beetje open van verbazing en vond ze het toch ook héél straf wat wij op 2 voeten presteerden. Vanzelfsprekend wenste ik haar ook veel succes toe voor haar Greg in zijn Ronde op 2 wielen, maar zijn grote triomf zou pas de week erna volgen op de legendarische wielerpiste van Roubaix. Mijn persoonlijke eerste Rondedag kon toen al niet meer stuk.
Via het Donkmeer trokken we in gestrekte draf verder naar Aalst waar we bij onze doortocht door het stadscentrum veel bekijks hadden. Geef toe: 19 fluogele walkers die tegen meer dan 7 km/u vlammen door de verkeersvrije winkelstraten vol slenterende shoppers en langs overvolle terrasjes die baadden in het zonlicht, dat is geen alledaagse gebeurtenis. Omwille van grote wegenwerken moesten we een kilometertje extra omlopen bij het verlaten van de stad. Eens we verder stapten via Erpe-Mere naar Herzele waar tientallen supporters en sympathisanten ons stonden op te wachten, begon het terrein al lichtjes te glooien. Echte hellingen zaten de eerste dag niet in het parcours, maar de wegen waren al lang niet meer biljartvlak. We konden de Vlaamse Ardennen al ruiken …
Iets voor achten kwamen we aan in Zottegem, het eindpunt van de eerste etappe. Iedereen was relatief fris aangekomen en zonder al te grote fysieke problemen. Gemiddelde snelheid van dag 1: 7,2 km/u. Heel fluks, zeker als je niet op je eentje wandelt, maar met een grote groep van 19 mensen. Bovendien hadden we de hele dag af te rekenen met een matige zuidwestenwind die constant in het nadeel stond, maar gelukkig was het droog gebleven en was de temperatuur ideaal. Door de organisatie werden we dan per auto naar een comfortabele Bed & Breakfast gevoerd (De Groene Weg in Brakel, een absolute aanrader!) waar we een warme maaltijd kregen en een verkwikkende douche konden nemen. Nog even de voorbije dag overschouwen en de wandelspullen klaarleggen voor de volgende dag en dan snel onder de wol. Want rusten en zo goed mogelijk recupereren is bij die ondernemingen van zeer groot belang. Pinten pakken hoort daar zeker niet bij …
 

Etappe 2: donderdag 30 maart 2017 van Zottegem naar Everbeek-Beneden (92,2 km)

Uitslapen was er niet echt bij, beste lezer, want om 4u15 werden we gewekt voor een stevig ontbijt. We moesten immers nog per wagen teruggebracht worden naar Zottegem, ons eindpunt van de vorige dag waar we om 6u vertrokken voor een dagetappe van 92,2 km met 8 hellingen en 4 kasseistroken. Was dat een menu om naar uit te kijken of om schrik voor te hebben? Nu ja, als we Flandrien wilden worden, moesten we er wel iets voor over hebben …
Als ‘wandelontbijt’ kregen we onmiddellijk de kasseien van de Lippenhovestraat en de Paddestraat voorgeschoteld. Niet meteen superzware kost, maar we waren toch direct goed wakker. Ook de voetjes en de voetzolen, die de dag ervoor toch ook al wat afgezien hadden op de harde asfalt- en betonwegen, werden opnieuw flink op de proef gesteld. Alle walkers waren de nacht goed doorgekomen en persoonlijk voelde ik me nog heel sterk, temeer omdat ik nu niet meer als laatste man moest fungeren in de groep en vrij mijn eigen tempo kon gaan. De benen waren goed, de moraal was goed en de sfeer in de groep was bijzonder ondersteunend en bijna uitgelaten. Wat kon een mens nog meer wensen?
Daarna volgde een relatief vlak stuk langs grote wegen waarbij we voor de eerste keer door het centrum van Oudenaarde trokken. We zagen het podium waar de wielrensters op zondag het wedstrijdblad zouden handtekenen voor de start van hun Ronde en we vroegen ons allemaal heel stilletjes in onszelf af of – en in welke – fysieke toestand we de volgende dag Oudenaarde zouden bereiken. Bij het verlaten van Oudenaarde zagen we rechts de Bult van Melden al liggen: de gevreesde Koppenberg, maar dat varkentje moest pas ’s anderendaags gewassen worden. Uitstel van executie heet dat dan. Stilaan kwamen natuurlijk de echte hellingen in beeld en eindelijk was het dan zover: de eerste beklimming van de Oude Kwaremont gaf mij het gevoel dat de Ronde nu pas écht begonnen was. Persoonlijk vond ik het heel jammer, onnatuurlijk, ja zelfs decadent dat er zoveel viptenten opgetrokken werden waar sponsors hun gasten rijkelijk zouden trakteren op spijs en drank. Al die tenten moeten bemeubeld worden, catering moet aangevoerd worden, toiletten moeten aangevoerd én afgevoerd worden, tientallen vracht- en bestelwagens waren daar druk in de weer. Uiteindelijk staan die vips daar ook opeengepakt, enkele rijen dik, en ben ik niet zeker of ze de koers nog goed kunnen volgen na de zoveelste coupe champagne, als het al geen goedkope cava is die geschonken wordt voor de prijs van de Franse engelendrank. Er zijn nog horecazaken waar dat gebruikelijk is … Wordt de modale wielerliefhebber hier gelukkiger van? Tja, dat weet ik zo nog niet, maar die trend is natuurlijk niet terug te draaien. Voor geld danst de beer of zelfs de duivel, weet je wel.
Genoeg gefilosofeer, terug naar die eerste Kwaremont. Een van onze Nederlandse wandelvrienden was nog nooit in de Vlaamse Ardennen op stap geweest en deed nogal lacherig over die eerste helling. De Kwaremont is inderdaad wel lang, maar zeker niet supersteil en doet je niet echt naar adem happen. Maar ik kan jullie nu al verklappen dat de dag erna – bij de derde beklimming van die bult – zijn tempo toch al flink gedaald was en dat zijn hartslag en gezucht omgekeerd evenredig gestegen waren. Het is inderdaad niet één enkele helling die Vlaanderens Mooiste zo zwaar maakt, maar de opeenvolging van 18 hellingen, gecombineerd met de kasseistroken en het draaien en keren op de soms smalle wegen.
Na de Kwaremont volgden de Kortekeer (heel wat steiler met een vervelende uitloper vals plat), de Eikenberg (u weet wel: de helling waar men aan de zijkant een strook asfalt gegoten heeft tot groot ongenoegen van een plaatselijke inwoner – onvergetelijke beelden op YouTube!) en de nijdige Wolvenberg met als uitsmijter daar de kasseien van de Holleweg. Bij onze doortocht in Brakel mochten we genieten van de Leberg, de Berendries en Ten Bosse (waar Museeuw ooit zijn duivels ontbond), vooraleer we de afdaling richting Geraardsbergen inzetten. In de loop van de tweede etappe scheen de zon behoorlijk fel en was het tot 22° warm geworden, zodat de organisatie gelukkig besliste een extra drinkstop in te lassen in dat laatste tussentraject dat meer dan 15 km beliep. Een uiterst welgekomen en verfrissende beslissing!
In Geraardsbergen werden we officieel ontvangen door een schepen van de stad en kregen we broodjes, mattentaarten en drankjes aangeboden, een bijzonder geapprecieerde erkenning van ons wandelavontuur door een stad die met zijn Muur en de Bosberg toch vele jaren de klassieke finale van de Ronde vormde. Onze finale van de tweede dagetappe was in elk geval de beklimming van de Muur en de Kapelmuur en ook voor ons was dit een harde dobber: een lange klim waarbij je enkele keren te vroeg denkt dat je bijna boven bent, een aantal heel steile passages en daar bovenop kasseien die er blijkbaar door een kasseilegger-stagiair schots en scheef ingesmeten zijn! De laatste kilometers daarna naar de kerk van Everbeek-Beneden waren relatief vlak en vormden een mooi einde van deze langste dagetappe. Het was alweer tien voor negen toen de dagtaak erop zat. We waren een uur vroeger vertrokken dan de vorige dag en we waren een uur later klaar, maar we hadden natuurlijk 8 kilometer meer gestapt en een aantal hellingen en kasseistroken moeten overwinnen. De gemiddelde snelheid van de dagetappe bedroeg nog altijd een meer dan behoorlijke 7 km/u.
 

Etappe 3: vrijdag 31 maart 2017 van Everbeek-Beneden naar Oudenaarde (84,5 km)

Hoewel de warme maaltijd in de B&B opnieuw had gesmaakt, hoewel de douche daarna alweer verkwikkend was en hoewel het malse bed een goede, maar veel te korte nachtrust had geboden, waren de fysieke ongemakken en de vermoeidheid bij velen onder ons aan het begin van dag 3 voelbaar en soms zelfs ook zichtbaar. Ikzelf had een tweetal kleine blaartjes op de hielen, maar dat was maar klein bier in vergelijking met de grote en soms opengesprongen blaren bij andere walkers. Tekenen die geen prettig vooruitzicht boden op dat ogenblik, wetende wat er ons nog te wachten stond.
Niet getreurd, om 6u begonnen we allemaal aan onze laatste etappe en het doel was uiteraard om met de hele groep van 19 walkers de aankomst in Oudenaarde te bereiken. De kameraadschap en de solidariteit in de groep groeiden naarmate de kilometers en de ernst van de blaren vorderen. De Pottelberg was best nog wel licht verteerbaar, maar de Kanarieberg (op de flanken van het Muziekbos met de ontelbare fluitende vogels – kanaries? –  in de bomen bij de ochtendlijke koelte) vond ik persoonlijk toch een flinke klepper, hoewel het geheel een bijzonder groot poëtisch gehalte had. Tijdens het zuchten en ‘lijden’ probeerde ik toch nog oog te hebben voor de schoonheid van de natuur van de Vlaamse Ardennen waar we mochten doorwandelen.
Op een dikke 50 km van de aankomst kregen we een serieuze hoofdschotel geserveerd: een trio, niet van zalm of vismousse, maar wel van de allerkloekste hellingen van de Vlaamse Ardennen, namelijk Oude Kwaremont, Paterberg en Koppenberg over een afstand van pakweg 10 kilometer. Dan weet je wel waar je aan toe bent! Daar kwam nog een aardigheidje bij: sommige heuvels worden niet als officiële hellingen door de organisatoren meegeteld. Zo moesten we op dag 2 wel over Parikeberg en mochten we ook 3 keer naar de top van de Hotond trekken, het hoogste punt van Oost-Vlaanderen, maar die bulten waren blijkbaar niet hoog genoeg om apart op te lijsten.
Na de kasseien van de Mariaborrestraat en de Steenbeekdries zat mijn volgende intense Ronde van Vlaanderenmoment eraan te komen, maar dat wist ik natuurlijk niet op voorhand. Op een bepaald ogenblik hoorden we een laagvliegende helikopter achter ons en ik besefte dat Ruben Van Gucht op komst was, de journalist van Sporza die het hele parcours die vrijdag fietste en die de hele dag in beeld werd gebracht. Samen met mijn Nederlandse wandelvriend Ed Voogt lieten we ons wat uitzakken – in de hoop in beeld te komen op Sporza, mediageil als we zijn – en wanneer het peloton ons voorbijreed, merkte ik op de voorste rij Johan Museeuw op. Tot onze verbazing hield het hele peloton 100 meter verder halt: blijkbaar waren ze door een seingever op een verkeerde lus gestuurd en werd er overlegd hoe ze terug op het normale traject konden geraken. Ed en ik haastten ons naar voor en we kregen zowaar een handdruk (jawel!) van Johan Museeuw himself, de enige echte Leeuw van Vlaanderen, die ons vroeg wat wij daar liepen te doen. Wanneer ik Museeuw vertelde dat we het hele parcours te voet afstapten, viel ook zijn mond open van verbazing en drukte hij zijn gebalde vuist tegen zijn hart aan met de woorden: “Respect, man!” Wanneer we verder wilden stappen, zagen we tegen een haag een andere wielrenner leunen die ooit al een wielermonument gewonnen heeft: Dirk De Wolf, winnaar van Luik-Bastenaken-Luik in  1992. Wie herinnert zich nog de legendarische beelden en woorden van de winnaar vlak na de aankomst: “Mijn vra! Mijn vra! Woar is mijn vra?” (“vra” is Denderdialect voor “vrouw”) toen hij de meute journalisten opzij duwde en in een innige omhelzing met zijn echtgenote zijn zege wilde vieren. U begrijpt, beste lezer, dat Ed en ikzelf de volgende kilometers in de zevende hemel waren met onze gedachten en dat we over de hellingen vlogen, zoals de Leeuw zelf in zijn beste dagen. We moesten dat trouwens ook wel doen want onze collega-walkers waren al snel 10 minuten verder! De kasseien van de Taaienberg en de Kruisberg hebben we nauwelijks gevoeld. Toen het wielerpeloton ons enkele uren later nogmaals voorbijreed en ik langs de kant van de weg applaudisseerde voor Museeuw en co, stak die spontaan zijn rechterduim (goe bezig!) omhoog naar mij. Wat moet een mens nog meer verlangen?
Enfin, de keiharde realiteit kwam snel opnieuw onder de voeten want met de kasseien van de laatste keer Kwaremont en van de Paterberg waren alle hellingen achter de rug en kon de afdaling naar Avelgem beginnen. Natuurlijk kan je geen Flandrien worden zonder ook het echte Flandrienweer getrotseerd te hebben. Daarom trakteerden de weergoden ons op een flinke plensbui gedurende een dik half uur zodat we toch wel behoorlijk doorweekt en gedoopt het laatste traject richting Oudenaarde moesten afleggen. De laatste dag bedroeg onze gemiddelde snelheid nog 6,7 km/u, wat nog best aanvaardbaar was met al die hellingen en kilometers.
 

De rode vod

De allerlaatste kilometer legden we echt in groep af: helemaal vooraan stapten de 3 dames en vlak daarachter de 16 mannen, allemaal hand in hand als teken van onze verbondenheid, solidariteit en kameraadschap. Want gedurende die drie dagen heb ik toch een bijzonder intense wandelbeleving mogen ervaren: 19 gelijkgestemde gekken of prettig gestoorde geesten (noem het zoals je zelf wil) die samen dat parcours afstappen aan die snelheid en die ook samen willen aankomen. Dat is niet alleen een kanjer van een sportieve prestatie, maar zeker ook een straf staaltje van warme menselijkheid en samenhorigheid. Geen communautaire spanningen tussen Vlamingen en Walen, geen rivaliteit tussen Belgen en Nederlanders of tussen mannen en vrouwen, neen, alleen heel veel respect, aanmoedigingen en gelukwensen voor elkaar en voor het globale succes.
Dat succes zou trouwens niet mogelijk geweest zijn zonder de perfecte organisatie van Theo Bické en zijn ploeg medewerkers voor wie niets te veel gevraagd was. Hartelijk dank aan de mensen van de bevoorrading en van de bagage, de chauffeurs en aan alle andere medewerkers voor en achter de schermen. Zonder die enthousiaste vrijwilligers zouden we onze geliefde wandelsport niet op die manier kunnen beoefenen. Deze Tour of Flanders Walk was mogelijks een eenmalige organisatie en ik ben dan ook bijzonder blij dat Steve en ik erbij waren. Als ik later in het rustoord zit, zal ik snel vergeten zijn wat ik ’s middags gegeten heb, maar over dit evenement zal ik uren kunnen blijven vertellen!
Op zondag 2 april heb ik vanuit mijn luie zetel de Ronde van Vlaanderen helemaal gevolgd op tv omdat ik onze intense wandelervaring nogmaals wilde beleven. Op de Muur en op de Koppenberg zag ik ook het wielerpeloton in stukken breken, op de Kwaremont liep ikzelf altijd mooi in het midden van de weg op de rug van de kasseien en zo vermeed ik dat ik langs de kant in een jasje zou blijven hangen en ten val zou komen. En op de laatste Paterberg voelde ik terug een beetje de vermoeidheid in mijn eigen benen toen ik zag met hoeveel moeite Philippe Gilbert zich naar boven moest sleuren. In elk geval, Steve en ik zijn nu officieel ‘Flandrien’ en die titel pakken ze ons nooit meer af!

Chris Van Cauwenberghe
 
 
Opslaan